Lifecycle Management

Maritiem

Lifecycle Management

Smart Application

Net als een levend organisme kent ook een software-applicatie een levenscyclus. In de jeugdige fase hebben we het dan over implementatie en ingebruikname, daarna groeit de applicatie op en wordt ze volwassen: de maturiteitsfase. De laatste levensfase wordt vaak ‘end-of-life’ genoemd. Hoe kunnen we nu - in elk van deze fasen - zorgen voor een maximale return of investment van een applicatie? Dit is de kern van onze visie op Smart Application Life Cycle Management. In deze whitepaper gaan we dieper in op de levenscyclus van een applicatie en wat in elke fase nodig is om een applicatie te beheren. En hoe je daarin het maximale uit je investering kan halen.

Optimaal rendement halen uit de investering die je hebt gedaan in je applicatie. Dat is basaal gezegd het uitgangspunt van Smart Application Life Cycle Management. De beste manier om dat te doen is in onze ogen de applicatie zo lang mogelijk gebruiken tegen acceptabele operationele beheerkosten en zonder beperkingen voor wijzigingen (dus tegemoet komen aan de business requests).

 

Product lifecycle

Gedurende de levensduur van een applicatie veranderen de behoefte en de waarde van een applicatie. Nadat een applicatie is geïntroduceerd zullen gebruikers bijvoorbeeld moeten wennen aan de applicatie (zie ook bijgaande illustratie). Naarmate de tijd verstrijkt komt een applicatie in de volwassenheidsfase, die overigens zeer lang kan duren. Uiteindelijk is er een moment dat de applicatie wordt beschouwd als ‘legacy’ en ontstaat de vraag naar vervanging om wel aan de business eisen tegemoet te komen.

 

Beheerkosten

Naast de levenscyclus van een applicatie, is het ook goed te weten wat de kosten zijn. Naast de initiële investering betreft dat vooral beheerkosten: wat zijn dit nu precies en waar bestaan die kosten uit? Beheerkosten bestaan in onze optiek uit alle activiteiten die nodig zijn voor een werkende applicatie die beschikbaar is voor gebruikers op het moment dat zij dat nodig hebben. Wij maken daarbij onderscheid in vier categorieën van beheer (en dus ook kosten):

1. CORRECTIEF BEHEER

Correctief beheer richt zich op het oplossen van incidenten binnen de applicatie. Vaak gebeurt dit op basis van een Service Level Agreement (SLA). Er zijn SLA’s die uitgaan van reactietijden voor een incident of SLA’s die werken op basis van resultaatsafspraken. Zo werkt Garansys met SLA’s op basis van oplostijden voor een incident.

2. PREVENTIEF BEHEER

Deze categorie beheer richt zich niet op het oplossen maar op het voorkomen van incidenten en op het ‘voorspellen’ van incidenten gedurende het gebruik.

3. ADAPTIEF BEHEER

Gedurende de levenscyclus van een applicaties Vinden er zaken plaats in de externe omgeving van die applicatie, die invloed hebben op de applicatie zelf. Denk aan infrastructuurwijzigingen, operating system etc. Dit soort omgevingsfactoren kunnen aanpassing van de applicatie noodzakelijk maken. Het adaptieve beheer is gefocust op noodzakelijke wijzigingen die de oorsprong Vinden in de externe omgeving en doorgevoerd moeten worden om ongestoord gebruik van de applicatie te verzekeren.

4. ADDITIEF BEHEER

Business processen wijzigen en wanneer een applicatie langdurig gebruikt wordt, ontstaat de vraag naar ‘business changes’. Immers: de behoeften (en processen) van de business veranderen. Additief beheer richt zich op die wijzingen die nodig zijn om de applicatie continu te laten aansluiten bij de wensen van de business.

 

Vanuit IT perspectief bezien

Gezien vanuit IT is een applicatie een soort levend mechanisme dat continu verandert. En elke verandering doorloopt de Application Lifecycle Management (ALM) cyclus. Elke change gaat door de fasen specificatie, ontwerp, ontwikkeling of configuratie en testen Dit is een continu proces dat ook bij beheer doorlopen wordt: elke wijziging doorloopt immers weer deze stadia.

 

Smart Life Cycle Management

De filosofie van Smart Life Cycle Management is een combinatie van ‘best practices ’uit beheer (ITIL, BISL and ASL), application lifecycle management en product lifecycle management. Het onderscheidt zich op twee manieren van meer ”traditioneel” applicatie beheer. Ten eerste wordt het applicatiebeheer specifiek afgestemd op de levensfase waarin de applicatie zich bevindt: agile applicatiebeheer. Daarnaast is de ‘legacy’-fase niet per definitie het eindstation van een applicatie. Door slimme wijzigingen kan de levensduur van een applicatie verlengd worden, waarbij de operationele kosten acceptabel blijven. Dit noemen wij vitalisatie. Deze twee elementen zorgen voor een hogere ROI op de applicatie. Hieronder lichten we dat verder toe.

 

Agile applicatiebeheer

Traditioneel applicatiebeheer richt zich vooral op een maximale ‘uptime’ van de applicatie. Hiervoor wordt in de regel alle categorieën van beheer ingezet; correctief, preventief, adaptief en additief beheer. De grote vraag is echter of al deze beheeractiviteiten op elk moment nodig zijn. En zijn alle vier categorieën in elke levensfase van de applicatie even belangrijk? Het antwoord is nee.

EEN VOORBEELD: bij de introductie van een applicatie is het zeer belangrijk dat er bij de gebruikers enthousiasme ontstaat en zij de applicatie adopteren. Terwijl in de ‘decline’ fase het tegenovergestelde plaats vindt: gebruikers moeten bijna ‘gedwongen’ worden om op de nieuwe applicatie over te stappen. De lage flexibiliteit van applicatiebeheer resulteert van in ontevreden gebruikers, een lage adoptiegraad van de applicatie, Bovendien wordt de functionaliteit van de applicatie vaak maar deels gebruikt.

In Smart Life Cycle Management wordt applicatiebeheer flexibel aangepast al naar gelang de behoefte in een specifieke levenscyclusfase van een applicatie. Niet meer en niet minder. Door dit effectief in te zetten, waardoor de investering in de applicatie beter rendeert.

 

Vitalisatie

Voor een maximale ROI, is het nodig om gebruik van de volledige functionaliteit te faciliteren én de levensduur van een applicatie te verlengen. Bevindt de applicatie zich in the maturity en decline fase, dan is het gebruikelijk om geen of minimale wijzigingen in de applicatie toe te staan. Echter: juist door de juiste, smart wijzigingen wel door te voeren kan de levensduur van de applicatie aanzienlijk verlengd worden (en de investering beter worden uitgenut). Dat kunnen wijzigingen zijn in nieuwe technologieën gekoppeld aan bestaande technologieën: door actieve migratie en upgrade beleid wordt zo voorkomen dat een applicatie daadwerkelijk legacy wordt. Garansys komt hieraan tegemoet door vanaf de groeifase al te starten met vitalisatie en dit te blijven doen in de mature en decline fase. Leveren investeringen niet voldoende waarde op óf is de IT-strategie een andere koers gaan varen, dan is het tijd om na te denken over nieuwbouw, ervan uitgaande dat dit een solide investering is voor de organisatie.

KORTOM: Smart Application Life Cycle Management is erop gericht op de investering in een applicatie maximaal uit te nutten. Daarvoor worden er – in elke fase van de levenscyclus van de applicatie – de juiste wijzigingen aangebracht die erop gericht zijn te applicatie vitaal te houden én de levensduur te verlengen, om zo de maximale ROI te halen uit de investering. Pas wanneer een wijziging nauwelijks business waarde oplevert of de organisatie haar ITbeleid wijzigt (en een applicatie niet meer binnen het landschap past), is nieuwbouw een goed scenario.

Roblipsiusxgaransys 0009 Marjon

Meer weten? Neem contact op.

Marjon van Schaik

Business Development
06-10922020
m.schaik@garansys.nl